Schoonheid

“Het haar is het sieraad van de vrouw”, zei iemand eens tegen mij. Dit raakte mij precies op de plek waar het zo’n pijn deed. Degene begreep het, want dát was wat ik voelde: ik was mijn sieraad kwijt.

Lang, dik, zwart haar had ik. Ook wel eens kort hoor, maar lang haar paste bij mij. Dan voelde ik me mijzelf. Als klein meisje had ik mijn haar al erg lang. Geregeld was het een drama met kammen weet ik nog. Op mijn 19e ontdekte ik twee kleine kale plekjes op mijn hoofd. Ik hoopte een lange tijd dat het wel weer terug zou komen. Totdat op mijn 22e alles uitgevallen was en een arts zei dat de kans zeer minimaal was dat ik alles terug zou krijgen. Het bleek een auto-immuunziekte te zijn; mijn eigen lichaam ziet mijn haar (cellen) als niet van mij en stoot het af. Een lange tijd heb ik het haar in een staart kunnen dragen of verborg een mutsje mijn kale plekken maar op een gegeven moment was het echt tijd voor een haarwerk (pruik). Elke avond zet ik nu mijn haarwerk af en ga ik de volgende ochtend niet zonder de deur uit. Ik ben er enorm blij mee. Ik heb haarwerken in allerlei verschillende kleuren en lengtes gehad. Ik heb er nu eentje die heel dicht in de buurt komt van hoe mijn eigen haar was. Toen ik deze opzette en in de spiegel keek, dacht ik: “ja, dit ben ik!” Alsof ik een stukje terug had gevonden van mijzelf.

Inmiddels ga ik bijna twaalf jaar kaal door het leven. Eerlijk en open erover zijn, heeft mij geholpen. Hoe kan het ook anders met kinderen. Mijn oudste dochter was drie toen ze in de speeltuin goed hoorbaar tegen een ander meisje zei: “kijk dat is mijn mama, die met de pruik!”. Ook andere kinderen helpen mij er bij als ze over het schoolplein roepen: “Hey Mirjam, heb je een nieuwe pruik?” Ik had mij voorgenomen om mijn kinderen er ook open over te laten zijn. Ik wil hen meegeven dat je je niet hoeft te schamen als je anders bent dan gemiddeld. Het geeft ook wel eens grappige momenten. Zo vertelde een moeder eens aan mij dat haar dochter haar vroeg: “Mama, jij hebt toch ook een echte pruik?” Want ja, dat hebben alle moeders toch? Nog een grappig moment was toen mijn dochters vertelde dat ze toch zoiets raars hadden meegemaakt. Ze hadden een vrouw gezien zonder haar. Die was duidelijk vergeten haar pruik op te doen.

Toch moet ik bekennen dat het nooit went en het af en toe flink pijn kan doen. Ook word ik nog regelmatig geconfronteerd met het ongemak dat het met zich meebrengt. Als het hard waait ben ik niet bang voor een ‘bad hairday’. Ik ben bang dat mijn haarwerk afwaait. Op sommige momenten ervaar ik diep verdriet. Het voelt als verlies. Voorheen realiseerde ik mij niet dat het haar zo’n onderdeel uitmaakte van wie ik was. Men zegt wel eens dat het uiterlijk niet belangrijk is, het innerlijk dát is wat telt. Ik ben het hier niet mee eens, want waarom heeft God ons’ uiterlijk anders gegeven? Wij vrouwen mogen aandacht besteden aan ons uiterlijk. We mogen er mooi uit willen zien en ik geloof dat God van uiterlijke schoonheden geniet. Hij is de maker ervan! De afgelopen tijd heeft God mij echter een nieuwe kijk gegeven op de schoonheid van de vrouw.

Een tijd geleden stond ik stil bij mijn verdriet over mijn haarverlies. Al bladerend door de bijbel las ik de tekst uit 1 Petrus 3:3-4. Wonderbaarlijk genoeg wordt er in die tekst over een heel ander soort schoonheid gesproken. “Uw schoonheid moet niet gelegen zijn in uiterlijkheden, zoals kunstig gevlochten haar, gouden sieraden of elegante kleding, maar in wat verborgen ligt in uw hart, in een zacht en stil gemoed. Dat is een onvergankelijk sieraad dat God kostbaar acht.”

Wauw, deze tekst raakte mij enorm en ik voelde dat God mij iets wilde vertellen door de tekst heen: in het hart van de vrouw ligt schoonheid verborgen die veel dieper gaat dan uiterlijke schoonheden. Voor mij betekent aandacht besteden aan mijn schoonheid tegenwoordig meer dan aandacht besteden aan mijn uiterlijk. Ik besteed aandacht aan mijn hart. Onder leiding van Hem die mij het beste kent van iedereen. De Maker van mijn schoonheid. De Maker van mijn sieraad die ik te geven heb in deze wereld.

– Mirjam Wassink-Kiewiet