Oog voor elkaar op afstand

De laatste tijd merkte ik dat ik steeds gespannen was als ik boodschappen moest doen.

Ik was niet zozeer bang dat mensen dicht bij mij kwamen, maar bezorgd of ikzelf misschien te dicht bij hén kwam.

Toen realiseerde ik mij dat ik anderen op die manier niet echt meer zag. Dat maakte me verdrietig.

Daarom ben ik gaan bidden vóór ik boodschappen deed. Om ontspanning en leiding en om werkelijk oog voor een ander in de omstandigheden van deze tijd.

In de winkel was een jonge vrouw met twee kleine kinderen. Toen ik uit de winkel kwam, was ze bezig de kleintjes op haar fiets te tillen en ik groette haar. Daarna stapte zij op de fiets en fietste de straat uit. Aan het einde van de straat stapte ze af, bekeek haar fiets en begon terug te lopen. Toen ik haar opnieuw ontmoette, vroeg ik of alles goed was. Ze antwoordde van niet; haar band was bezig leeg te lopen en ze had geen fietspomp bij zich.  Ze vertelde me dat ze nog een aardig stukje moest fietsen voor ze thuis was. Ik vroeg haar of ze bij de winkel een fietspomp hadden, maar dat wist ze niet zeker. Ik zei haar dat ik thuis wel een fietspomp had, dat ik niet zover weg woonde en dat ze wel met mij mee kon lopen. Daar gaf ze graag gehoor aan.

Onderweg kwamen we aan de praat. Ze woonde vlakbij een boerderij waar ik lang thuiszorg had geboden en ze vertelde dat ze fijn contact had met die familie. Ik verbaasde me hoe klein de wereld is en vroeg haar de groeten te doen.

Terwijl de kleintjes een kadetje kregen, haalde ik de fietspomp en pompte haar band op. Ze had de namen van de kinderen verteld. Haar naam wist ik niet en toen ze op de fiets stapte, zei ik: “Gods zegen!” als afscheidsgroet. Ze was te verbaasd om terug te groeten. Was dit een stap te ver? Het geeft niet. Mijn gebed was verhoord. Het gaf me veel blijdschap dat afstand voor God geen beperking is om anderen hulp en aandacht te kunnen geven!

Clarie