Een zondagje meedraaien bij de peuters

Ruben, Simon, Levi, Benjamin… als je in de Stadskerk een zondagje meedraait bij het kinderwerk trekt het hele tienstammenrijk aan je voorbij. Van mij hoor je geen kritiek, ook mijn eigen kroost draagt met hun Bijbelse namen een steentje bij, maar grappig is het wél. Vooral als Benjamin in zijn broek plast, en Levi en Ruben gebroederlijk de autobak op zijn kop zetten.

Gewoon hartstikke leuk, lief en grappig

Jarenlang was ik met veel plezier actief in het kinderwerk. Tot ik zelf kinderen kreeg. Toen was ik allang blij als ik eens rustig met mijn geliefde in een dienst kon zitten. Maar nu mijn jongste kind twee is, we weer gewoon slapen ’s nachts en er ook weer routine in de kerkdienst begint te komen, kriebelt het toch weer. Deels omdat ik denk dat het goed is om mezelf nuttig te maken op de plek waar we onze kinderen elke zondag afleveren, maar ook omdat kinderen gewoon hartstikke leuk, lief en grappig zijn.

Aan de bak

En zo beland ik op een goede zondag bij de peuters. Ik heb nog geen blauw kinderwerk-shirt weten te bemachtigen, maar ik kan meteen aan de bak. Eerst druppelen er twee kinderen binnen, gezellig, dan een groepje van vijf en drie minuten voor de dienst een overweldigende invasie van peuters. Als een kluwen komen ze naar binnen zetten met hun ouders. De een rent vol bravoure rechtstreeks door naar het kleed met auto’s, de ander schuifelt onwillig achter zijn moeder aan om het bij het sein ‘Ik ga nu lieverd’ meteen op een brullen te zetten.

Op schoot

Goed dan, alle ouders weg, alle kinderen acuut stil, nu kan het programma beginnen. Dat betekent: alle kinderen verzamelen op de bank. Op het kleine bankje blijken met gemak een stuk of acht peuters te passen. De rest mag op de grond, of op kleine stoeltjes. Als iedereen zit, zegt een klein meisje sip: ‘Waar moet ik nou zitten? Ik kán nergens …’ Bijna begint ze te huilen, maar als ze bij een lieve kinderwerk-juf op schoot mag, lacht ze alweer.

Bid elke dag

Eerst gaan we zingen. Welke liedjes kennen ze? ‘Leesjebijbelbidelkedag,’ komt er vlotjes uit een klein meisjesmondje. Is Jezus is de goede herder ook goed? ‘Nee. Leesjebijbelbidelkedag!’ Stellig stampt ze er met haar voetje bij op de grond, hier komen we niet meer onderuit. Sommige kinderen zingen luidkeels mee, anderen mompelen af en toe een woord en de kleinste kinderen staren alleen maar met grote ogen in het rond. Hé, mag je met je handen omhoog op je stoel staan bij dit lied? denkt een jongetje. Daar wordt het ineens een stuk interessanter van.

In de hemel

Na het zingen is het tijd voor een verhaaltje. ‘Ik kan het niet zieeehieeeeen,’ roepen er meteen drie. Maar de meester houdt het boekje goed omhoog en dan is het stil. Het verhaal gaat over kinderen die bij Jezus op schoot mogen. ‘Dat mogen jullie ook,’ zegt de meester. ‘Kan helemaal niet,’ zegt een meisje bijdehand. Kan niet? ‘Nee, Hij is toch in de hemel toch!’ Ze rolt nog net niet met haar ogen. Domme volwassenen.

Niet stilzitten

‘Wie weet waar we voor kunnen bidden?’ Keurig steekt een jongetje zijn vinger op. ‘Ik hou dus niet zo van bidden,’ kondigt hij aan. Ja, praten met God is wel prima natuurlijk, maar waarom moet je daar zo lang bij stilzitten? En dan ook nog eens met je ogen dicht en je handen bij elkaar? Gelukkig weten de ervaren kinderwerkers wel raad met de spanningsboog van de gemiddelde peuter; voor de kinderen het weten mogen ze alweer drinken en een koekje.

Groene tafel

Dan gaan we een boekje kleuren en in elkaar zetten. Terwijl de papieren worden uitgedeeld, probeert een jongetje de groene stift alvast even uit op de tafel. Ja, hij doet het. En een gestreepte groene tafel is trouwens ook veel mooier dan een saaie witte. Als alle kinderen een papier hebben gekregen, hoor je eventjes alleen het gekras van de stiften. Een aantal jongetjes vindt het na drie strepen wel weer genoeg, maar anderen doen met hun tong uit hun mond hun best om er iets prachtigs van te maken. Gele poppetjes, roze haren, paars aangelopen gezichten. Het kan allemaal.

Code bruin

De tiener-assistent roept: code bruin. Hij maakt er nog net geen kokhalsbewegingen bij. Een van de meer ervaren juffen klaart de klus en verschoont de luier. Respect voor alle kinderwerkers! Je kunt merken dat de meeste kinderen in deze leeftijdscategorie net zo’n beetje zindelijk worden, de wc’tjes worden – met een beetje hulp – druk bezocht.

Mama

Als we aan het voorlezen zijn, hoor ik: ‘Ik zie mama!’ De eerste ouders staan alweer voor de deur. De kinderen springen op. Het was leuk in de kinderkerk, maar papa en mama blijven toch het allerleukste.

Sietske Kremer