Als gemeente zijn we bedoeld om een orkest te vormen

Als gemeente zijn we bedoeld om samen een orkest te vormen dat de muziek van Gods liefde laat klinken in een wereld die deze klanken zo hard nodig heeft!

De Goddelijke muziek van het Goede Nieuws
Op de koude morgen van 12 januari 2007, stond er een man met een honkbalpetje in het metro station L’Enfant Plaza in Washtington D.C. Deze man – een straatmuzikant – pakte zijn viool en begon te spelen. Hij speelde in circa 45 minuten zes composities van Bach. Gedurende die tijd, het was spitsuur, kwamen er 1079 mensen langs, de meesten op weg naar hun werk. Degene die de meeste aandacht schonk aan de muziek was een driejarig jongetje. Zijn moeder trok het jochie gehaast mee, maar het kind stopte om nog eens naar de violist te kijken. Zijn moeder bleef het kind voortduwen en dus liep het kind noodgedwongen door, telkens omkijkend naar die violist. Dit tafereel herhaalde zich een paar keer met andere kinderen. Zonder uitzondering maanden alle ouders hun kinderen om door te lopen.

Geen applaus
Van de 1079 mensen die in die 45 minuten passeerden, stopten er slechts zes mensen om even te luisteren. Toen hij stopte met spelen en de stilte het weer overnam viel dat niemand op. Geen applaus, geen erkenning. Het was niemand opgevallen dat deze, als straatmuzikant vermomde, violist niemand minder was dan de beroemde Joshua Bell, een van de meest briljante en getalenteerde muzikanten ter wereld. Twee dagen voordat hij in de metro stond te spelen was zijn concert in Boston volledig uitverkocht met kaartjes van gemiddeld $100 per stuk. Slechts één persoon herkende hem en gaf hem $20,-.

Incognito naar de aarde
Het opmerkelijke aan dit waargebeurde experiment is dat wij mensen blijkbaar waarheid en schoonheid niet opmerken als het incognito naar ons toekomt op een plaats waar we het niet verwachten. Zoals Joshua Bell in de concertzaal van Boston aanbeden werd door velen, maar in het metrostation nauwelijks werd opgemerkt, zo verliet de Zoon van God de plaats waar Hij in al Zijn glorie werd aanbeden door legers van engelen. Om geboren te worden op een plaats waar mensen Hem nauwelijks zouden opmerken, in Bethlehem, een onbetekenend uithoekje van het immense Romeinse Rijk. En zoals Joshua Bell vermomd met honkbalpetje in de metro stond, zo kwam de Zoon van God incognito naar deze aarde – Hij had de jas van ons mensenbestaan aangetrokken. Meer nog – Hij was volledig God gebleven én volledig mens geworden. De kans was gering dat iemand zich bij het zien van het pasgeboren kind zou realiseren wat de werkelijke afkomst, identiteit en levensmissie van dit jongetje was. God wist dat.

Het Goede Nieuws

Daarom stuurde Hij veel engelen naar herders in het veld om de komst van de Koning aan te kondigen. De herders haasten zich onmiddellijk naar Jezus toe. Na enig zoeken vinden ze Hem. Zo gaat dat: Jezus vinden volgt op Jezus zoeken. En bij het zien van dit hele gewone kindje wisten ze: Hij is de Redder, de Heelmaker, gekomen om te helen wat stuk is gegaan, om te herstellen wat beschadigd is, om vrede te bewerken zodat een

mens weer in een gezonde en harmonieuze relatie kan komen te staan met God, anderen en zichzelf. Hij is de Messias, Degene naar wiens komst talloze eeuwenlang hebben uitgekeken, omdat Hij mensen met God zou verzoenen. Dát is de Goddelijke muziek van het Goede Nieuws dat ieder met grote vreugde zal vervullen.

Een klein begin
Joshua Bell speelde als een van de meest briljante musici ter wereld, het grootste muziekstuk ooit gecomponeerd, op een van de mooiste instrumenten ooit gemaakt. Maar de pure schoonheid van zijn muziek werd nauwelijks opgemerkt . Van de 1079 bleven er maar zes mensen staan om te luisteren. Slechts één persoon herkende hem. Rondom de geboorte van Jezus bleef slechts een handjevol mensen staan om de Goddelijke muziek van het Goede Nieuws tot zich door te laten dringen. Slechts een paar knieën bogen zich. Een klein begin. Want wat is Gods einddoel? Dat elke knie in de hemel en op aarde zich zal buigen en elke tong zal belijden: Jezus Christus is Heer, tot eer van God, de Vader.

Misschien voel jij je de vluchtige voorbijganger die moeite heeft om Gods muziek op te vangen. Misschien voel jij je de violist in de metro, die op allerlei manieren Gods liefde probeert door te geven, maar je hebt het idee nauwelijks opgemerkt te worden. Misschien strijden zowel de voorbijganger en de violist om voorrang in je leven. Waar je ook loopt, wat je ook speelt, één ding weet ik zeker: als gemeente zijn we bedoeld om samen een orkest te vormen dat de muziek van Gods liefde laat klinken in een wereld die deze klanken zo hard nodig heeft!
Theo van den Heuvel