Het klokje van gehoorzaamheid

Zoals de meeste kinderen had ik vroeger een vreselijke hekel aan het klokje van gehoorzaamheid, zoals het zo mooi werd verwoord. Het betekende dat ik diende te gehoorzamen als een van mijn ouders zei dat ik naar bed moest. Ik wilde helemaal niet naar bed. Vaak krulde ik me helemaal op in mijn stoel met mijn boek, om maar niet gezien en gehoord te worden, in de hoop dat men mij zou vergeten.

Inmiddels lang en breed volwassen, koester ik nog steeds dezelfde aversie tegen dat verhipte klokje. De avonden kunnen me niet lang genoeg duren. Manlief is meer een ochtendmens, dus hij is altijd degene die de zitting beëindigt. Ik ben altijd blij als hij bezig is met het maken van een fotoboek, want dan wordt het vaak heel laat voordat hij de laptop dichtklapt.

Ik denk wel eens bij mezelf: Zou het – soms rebelse en onverstandige- kind in mij dan nooit verloren gaan?  Zo piep ben ik toch niet meer. Leer ik dan nooit gehoorzaam te zijn? Ik kan me goed voorstellen dat God weleens zucht als Hij ziet hoe tegendraads ik ben, ook in andere dingen.

Zoals die keer dat Hij wilde dat ik een baan aannam en ik onderweg  besloot om te draaien en niet te gaan. Hij pakte me liefdevol in de kraag door me een lied met de tekst:’ Gehoorzaam Hem die je roept’  te laten horen. Ik had mijn tijd op die school met de kinderen die een dimensie méér hebben, niet graag willen missen. Wat héb ik van ze genoten en veel van ze geleerd.

En zoals die keer dat ik tegen een vriendin van vroeger, die in een diep dal zat, had getuigd en haar woorden van de Heer moest sturen. Ik had alles al in de envelop, maar besloot het niet te versturen: wat zou ze wel niet van me denken, met mijn vrome geschrijf. Gerry kon wel lijden aan godsdienstwaanzin.
Nee, ik deed het niet.
Ik deed het dus wél, want God maakte me onrustig. Het gevolg was dat ze tot geloof kwam.

In deze corona-tijd met zijn beperkingen wordt mijn gehoorzaamheid weer op de proef gesteld, nu in andere zaken. Hoewel ik sommige dingen moeilijk vind, houd ik me er wel aan, zelfs aan het avondklokje van corona-beleid.

Misschien is corona toch nog ergens goed voor, wie weet. Misschien vormt deze periode voor mij wel een leerproces in gehoorzaamheid. Dat zou toch geweldig zijn. Daar kun je toch alleen maar dankbaar voor zijn? Eindelijk verstandig, eindelijk volwassen.

Ik hoop alleen wel, dat er snel een nieuw fotoboek gemaakt moet worden. Gebiedt de eerlijkheid mij te zeggen. Kijk, daar ga  ik wéér de fout in. Ik vrees, dat Uw renovatiewerkzaamheden aan mij nog lang niet zijn afgerond, Vader. Gelukkig beschikt U over alle skills en tools plus een onuitputtelijk geduld en een niet te bevatten liefde.

Gerry Buitenwerf