Kleur bekennen

Ik betrap mezelf er op dat ik denk:” Hoe bestáát het dat ik hier midden tussen de grijze mensen op een camping zit”? Meegaan met de grijze golf is wel het laatste wat ik altijd heb gewild. Grijs staat toch voor saai? En dat is toch wel het laatste wat ik wil zijn? Ik wil toch als een brok kleurrijk, sprankelend dynamiek in het leven staan? Goed, dat sprankelende wordt door mijn kreupele gang wel iets minder sprankelend als ik me had voorgesteld, maar soit: ik houd van kleur en fleur, van lekker fel, van jeugdig, vlot en modern. Dus niet van grijs.

Bij mij zie je dan ook geen grijze haar. Alleen als de uitgroei zichtbaar is, maar verder niet. Stel je voor: ik was al grijs toen ik nog begin veertig was en op een school voor Zeer Moeilijk Lerende Kinderen in Friesland werkte. Ik had er nog niet echt problemen mee. Totdat een leerling me in een boze bui uitschold voor “Beppe”. Daarna kwam de haarspoeling in beeld.

Nu is mijn echtvriend sinds een jaar met pre- pensioen en ja hoor… er wordt lekker gefietst op de e-bikes en er wordt in het voorjaar lekker in eigen land met vakantie gegaan in de caravan. In verband met het overlijden van mijn schoonvader zijn we pas laat met vakantie gegaan. Naar Frankrijk natuurlijk. En wie schetst onze verbazing: gans grijs Holland is ook met vakantie in Frankrijk. Weer zitten we tussen de grijze golf-lieden.

Deze week heb ik trouwens stomverbaasd over mezelf gestaan. Tijdens het shoppen in een mega Centre Commercial kreeg ik nota bene een grijs jurkje in handen gedrukt met het verzoek het te passen. Natuurlijk weigerde ik. Ik kon er echter niet onderuit, ik moest en zou het alleen maar even passen. Het einde laat zich raden: ik ging voor de bijl. Hij zat als gegoten en stond geweldig. En dus ga ik straks in het grijs en heb ik al hele visioenen met welk rood, turquoise of felroze vest, sjaaltje of jasje ik het op ga fleuren.

Ik denk trouwens, dat ik nog wel meer grijs ga aanschaffen nu ik heb gezien hoe leuk het staat en wat ik ermee kan doen. En het valt me op, dat al die grijze golf-lui ontzettend aardig zijn en totaal niet saai. Als ik mezelf dan soms in de caravan zie zitten breien,schrijven, lezen of borduren en mijn grijze medelanders over de camping zie mountainbiken en in hun kleine tentjes zie kruipen vraag ik mezelf wel eens af, wie nu saai is. Om vervolgens te concluderen dat ik dat zelf verdorie ben en dat ik het wéér heb gedaan: oordelen. Op uiterlijke dingen afgaan. En aan de hand daarvan een oordeel vellen.

Wat is oordelen toch verschrikkelijk gemakkelijk en wat doe ik het verschrikkelijk vaak. Vooral in de vakantie. Elk jaar laat de Heer me deze zonde weer zien en vraag ik om vergeving en elk jaar trap ik weer in dezelfde valkuil. Dat is toch om raar van te worden? Leer ik het dan nooit?

Ik moet wéér kleur bekennen. Ik schaam me diep en vraag wéér om vergeving en beloof wéér beterschap. En vervolgens stuur ik de vijand die me deze dingen influistert de laan uit. Klaar, het is vergeven en vergeten. Mijn zonde ligt diep in het prachtige aquamarijn blauwe water van de Middellandse Zee en wordt niet meer opgehengeld. Vanaf nu is het uit met kijken naar en oordelen over grijs en andere uiterlijkheden. Vanaf nu ga ik alles wat grijs is omarmen en ga ik ook stoppen met zwart/wit denken. Het komt vast helemaal goed met me. Dank U, Heer.

Ik heb alleen nog even één puntje: ik weet dat in Uw Woord staat dat de grijsheid een sierlijke kroon is, maar ik heb tóch liever nog een geverfde kroon op mijn hoofd, to be honest. Dat oogt even wat jeugdiger. Dus als U het niet erg vindt?

Gerry Buitenwerf