Laat je zaaien

We zijn samen op weg naar Pasen. We staan vandaag stil bij een gebeurtenis uit Johannes 12. Jezus is met Zijn discipelen op weg naar Jeruzalem. Daar zal Hij Zijn leven geven aan het kruis, zo geeft Hij Zichzelf om velen te redden. Zojuist is Hij binnengehaald als Koning, rijdend op een ezel, takken en kleren werden als een loper voor Hem op de grond gelegd. En mensen zongen en juichen: Hosanna, de Zoon van David, Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer. Jezus weet dat deze uitroep over een paar dagen zal veranderen in een heel andere schreeuw. Hij staat nu op het tempelplein, omringd door vele Joden en pelgrims die daar zijn om het Pesachfeest te vieren. En dan komen enige Grieken bij zijn discipelen. Ze vragen om een ‘meet en greet’ met Jezus. De discipelen vragen Jezus of Hij hen wil ontmoeten.

Johannes 12:20-26

Nu was er ook een aantal Grieken naar het feest gekomen om God te aanbidden. Zij gingen naar Filippus uit Betsaïda in Galilea, en vroegen hem of ze Jezus konden ontmoeten. Filippus ging dat tegen Andreas zeggen en samen gingen ze naar Jezus. Jezus zei: ‘De tijd is gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit wordt verheven. Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt het veel vrucht. Wie zijn leven liefheeft, verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven haat, behoudt het voor het eeuwige leven. Wie mij dient moet mij volgen: waar ik ben zal ook mijn dienaar zijn, en wie mij dient zal door de Vader geëerd worden.